Poëzie

 

Poëzie is er in verschillende soorten en maten. Er zijn veel verschillende taaluitingen die onder de poëzie geschaard worden. Wie kent ze niet, de sinterklaasgedichten, rijmpjes en kinderversjes. Of de romantische liefdesgedichten. En ook bij speciale gelegenheden wordt er graag gebruik van gemaakt. Maar niet alleen dan. Je ziet deze vorm van taaluiting ook in liedjes, boeken, op het podium en in de reclamewereld terug komen. ´Heerlijk, helder Heineken´ is hier een voorbeeld van. Of wat dacht je van ´Retteketet naar beter bed´. De vorm, klank en beeldspraak die poëzie als taaluiting heeft komt hier goed tot zijn recht. 

 

Poëzie is zo oud als de mensheid en komt tevens in alle beschavingen voor. Nog vóórdat er geschreven werd maakten mensen poëzie. Die poëzie had vaak het karakter van rituele spreuken of liederen, die mensen  eeuwenlang mondeling aan elkaar doorgaven. Voor poëzie zijn herhalingen en patronen belangrijk. Deze maken het makkelijker om een tekst te onthouden. Toen er nog niet geschreven werd was het onthouden van teksten uiteraard zeer belangrijk.

 

De mens heeft herhalingen nodig als houvast. Dit komt doordat onze hersenen volgens herhalingen en patronen werken. Herhalingen en patronen kom je dan ook overal tegen: het refrein van een lied, de slogan van een politieke toespraak of de naam van het product in een reclame. 

 

In de poëzie zitten de patronen op allerlei niveaus. Je hebt rijm, ritmische patronen, klankpatronen en ook zinnen en zinsdelen die steeds worden herhaald. Maar ook in beeldgebruik kan men patronen hebben. Bijvoorbeeld steeds nieuwe beelden of beelden die uit elkaar voorkomen of een beeld waar het gedicht omheen cirkelt. 

 

Gedichten beschrijven over het algemeen een gevoel, gedachte, situatie of toestand. Dit moet met weinig woorden duidelijk gemaakt kunnen worden. Hiervoor hebben gedichten vaak een speciale opbouw. Het is gebruikelijk dat de laatste zin van een gedicht de kern vormt en de rest van het gedicht daar naartoe werkt. De slotzin kan verrassend zijn en het voorgaande in een ander daglicht zetten.

 

Zelf neem ik mij de vrijheid om deze regels aan mijn laars te lappen. De ene keer gebruik ik ze wel en een andere keer niet. Ik schrijf mijn poëzie vooral op gevoel en daarbij zijn regels voor mij niet altijd werkzaam.