Dwalend, schoorvoetend ben ik op reis door het rouwlandschap. Nee, ik wil  geen handvatten. Nee, de dood en hoe ermee om te gaan staat voor mij niet beschreven in een boekje. Laat mij maar dwalen. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Welke stations ik passeer. Zo wandel ik door het leven en de wandeling door rouw zal niet veel anders gaan.

 

De wereld zou wat mij betreft mogen vertragen. Ja, zelfs tot stilstand komen. Dit zou het rouwen een stuk makkelijker maken. Mijn wereld staat op zijn kop, ook al zie je dat niet. Hoe daarmee om te gaan is een vraag waar ik het antwoord nog niet op heb. Zal ik het antwoord ooit weten? Zal ik het met het verstrijken van de tijd leren? Leren hoe om te gaan met de dualiteit waarin ik mij nu bevind.

 

Wat ik wel weet is dat ik bij ieder aangekomen station, ieder eikpunt stil blijf staan om mijn ´zijn´ te belichten. Het van alle kanten te aanschouwen. Te onderzoeken wat de dood en het verlies met mij doet. Want tenslotte is het een reis in mijzelf. Een reis die van buiten naar binnen gaat en van binnen naar buiten. En deze reis zal denkelijk de nodige vragen oproepen. Hoe ga ik verder met mijn leven nu ik naast mijn kleinzoon ook mijn zoon heb moeten loslaten? Kan ik het verdriet om dit grote verlies wel aan? Lukt het om mijn hoofd boven water te houden nu slag op slag mijn leven overhoop heeft gehaald? Ga ik verder met overleven of kies ik bewust voor ´leven´ met al zijn rauwheid en Liefde? 

 

Al veel te lang staan mijn lichaam en ik in de overlevingsstand. Alleen zo kon ik alle verlies dat tot mij kwam aan. Maar dat dit niet de beste optie is heeft mijn lichaam duidelijk laten merken. Het heeft beslist gedacht ¨als de wereld niet vertraagd, als jij jezelf geen halt toe roept, ja dan moet ik het maar doen!¨

 

Leuk was het niet, broodnodig wel. En ook al zit die overlevingsstand nog steeds in mijn systeem, met de wandeling door het rouwlandschap en wat hulp van buitenaf probeer ik een andere weg in te slaan. De weg van het leven waar ik een herberg voor mijn verdriet probeer te bouwen.

 

Een mooie herberg waar liefdevolle herinneringen op de muren geschreven staan. Waar de uitgestalde foto´s van mijn dierbaren zeggen ¨als je aan ons denkt dan zijn wij bij je.¨ Waar elke rauwe emotie zijn eigen kamer heeft om zich uit te leven. Om naar boven te komen en gezien en gehoord te worden. Waar op een schemerige zolder alle emoties samen kunnen komen en gevoeld mogen worden. En waar een grote, vrolijke, lichtvolle zaal is om het leven te eren en te vieren. Want als de dood zo vaak bij je langskomt, de zoveelste dierbare en je gezondheid van je wegneemt, dan weet je maar al te goed hoe kwetsbaar en kostbaar het leven is. 

 

Viva La Vida